De statutair-directeur is bestuurder van een vennootschap. Zijn positie is aansprekend, maar er zijn aspecten die de statutair-directeur goed voor ogen moet houden.

Benoeming en ontslag

De statutair -directeur wordt benoemd door de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) of door de Raad van Commissarissen (RvC). Naast bestuurder is de statutair-directeur ook werknemer van de vennootschap.

De AvA of de RvC is bevoegd om de statutair-directeur te ontslaan zonder dat daar een preventieve toets door het UWV of de kantonrechter voor nodig is. Dat maakt de rechtspositie van de statutair- directeur dus veel zwakker dan die van de gewone werknemer.

De overige bepalingen van het arbeidsrecht zijn wel van toepassing op de positie van de statutair-directeur, zoals de transitievergoeding bij ontslag.

Aansprakelijkheid

De statutair-directeur is verantwoordelijk voor het gevoerde beleid van de onderneming.

De wet bepaalt dat de statutair-directeur tegenover de vennootschap zijn taak behoorlijk dient te vervullen. Dat noemt men de interne aansprakelijkheid. Voor de aansprakelijkheid op de grond van onbehoorlijke taakvervulling is nodig dat de statutair-directeur een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Dat is het geval als geen redelijk handelend bestuurder onder gelijke omstandigheden op dezelfde wijze zou hebben gehandeld. Voor de statutairbestuurder is het om die reden van belang om regelmatig decharge te vragen voor het gevoerde beleid. Daarmee ben je als bestuurder bevrijd van interne aansprakelijkheid.

Bij faillissement van de onderneming kan de curator de statutair-directeur persoonlijk aansprakelijk stellen voor eventueel gevoerd wanbeleid. In dat geval kan de statutair-directeur tegenover de boedel hoofdelijk aansprakelijk worden gehouden voor het gehele bedrag van de schulden van de vennootschap. Tip voor de statutair-directeur: publiceer jaarrekeningen stipt op tijd, houd strikt de boekhoudregels aan en informeer de Belastingdienst tijdig indien betalingsnood ontstaat. Als de statutair-directeur aan één van deze drie verplichtingen niet voldoet, komt kennelijk onbehoorlijk bestuur door de statutair-directeur vast te staan. De statutair-directeur kan dit slechts trachten te weerleggen door te bewijzen dat dit verzuim geen belangrijke oorzaak was van het faillissement. Daarbij geldt dus een omgekeerde bewijslast en dat kan dus knap lastig zijn.

Tenslotte kunnen schuldeisers van de vennootschap de statutair-directeur ook persoonlijk aansprakelijk houden op grond van onrechtmatige daad. Bijvoorbeeld vanwege het actief frustreren van verhaal en het doen van selectieve betalingen. Dat noemt men de externe aansprakelijkheid. Vanwege het gevaar van aansprakelijkheid doet de statutair-directeur er verstandig aan om een verzekering tegen bestuurdersaansprakelijkheid af te sluiten. Diverse verzekeraars bieden een dergelijke polis aan.

Samenvattend

De statutair-directeur kan gemakkelijk ontslagen worden en loopt risico om persoonlijk aansprakelijk te worden gesteld voor het gevoerde beleid. Het is om die redenen dat de statutair-directeur vaak vooraf een zogeheten “golden parachute” (gouden handdruk) in de arbeidsovereenkomst op laat nemen. Dat kan bijvoorbeeld door de opzegtermijn voor de werkgever te verlengen of door het opnemen van een flinke vergoeding bij ontslag.

Heeft u gespecialiseerd advies nodig op dit gebied? Neem contact op met onze ondernemingsrecht specialisten.