Moeder zonder woonruimte en dochter zonder school
Deze schrijnende zaak betrof een moeder van twee kinderen. Zij woonde in Amsterdam en kwam door ongelukkige omstandigheden zonder woning te zitten. Omdat zij in Limburg meteen woonruimte en werk kon vinden, verhuisde zij in het belang van kinderen. De belangrijkste problemen leken opgelost maar de ellende begon toen de moeder voor haar oudste dochter (destijds 13 jaar) geen middelbare school kon vinden omdat dit meisje een half jaar les was misgelopen. School na school wees haar af of stelde onredelijke toelatingseisen. De moeder schakelde zelf hulpverlening in en op enig moment had de moeder naast Jeugdbescherming contact met tenminste 15 hulpverleners. Geen van deze instanties lukt het om dit meisje op een school geplaatst te krijgen ondanks haar CITO score op HAVO niveau. Jeugdbescherming meende echter dat het meisje, nu zij inmiddels een lange tijd schooluitval had, alleen nog maar terecht kon op speciaal onderwijs en zette de moeder onder druk hieraan mee te werken.
Oplossing vanuit Jeugdbescherming: een ondertoezichtstelling
Omdat de moeder dit weigerde en Jeugdbescherming meende dat de ontwikkeling van het meisje ernstig werd bedreigd, werd aan de Raad voor de Kinderbescherming verzocht een onderzoek te doen met als uitkomst een verzoek om ondertoezichtstelling. Volgens het verzoek zou met “stevige regie en de juiste hulpverlening” resultaten geboekt kunnen worden. Wat dit concreet zou moeten inhouden ontbrak echter volledig in het verzoek, nog los van het feit dat de moeder zich terecht afvroeg waarom deze stevige regie en hulpverlening niet in het vrijwillig kader was geboden toen zij hier zelf om vroeg.
Ondertoezichtstelling afgewezen
En met haar de rechter en het hof. Het ingrijpende karakter van de ondertoezichtstelling brengt met zich mee dat er pas van een ernstige bedreiging als bedoeld in artikel 1:255 lid 1 BW sprake kan zijn wanneer in de actuele situatie van de minderjarige concrete, niet mis te verstane, aanwijzingen voor die bedreiging aan de dag treden. Verder is nodig dat de ouder de noodzakelijk geachte zorg niet accepteert. Echter in deze casus had de moeder zelf al actie ondernomen om het probleem met de schoolgang op te lossen en deed zich niet de situatie voor dat de moeder had geweigerd zorg te accepteren. Dit simpelweg vanwege het feit dat er weliswaar indringende bemoeienis was met het gezinsleven van de vrouw vanuit de hulpverlening maar geen daadwerkelijke zorg was geboden.
Belangrijk advies in dit kader aan ouders is om altijd de eigen inspanningen op dit terrein goed vast te leggen. Dus alle email berichten te bewaren, afspraken vast te leggen en te bevestigen en bijvoorbeeld verwijsbrieven te bewaren. Kortom alles goed te documenteren. De ervaring leert dat alleen goed onderbouwde verweerschriften een kans maken tegen verzoeken om ondertoezichtstelling, omdat deze verzoeken, afkomstig van of de Raad voor de Kinderbescherming of Jeugdbescherming als deskundigen als zodanig vaak als uitgangspunt worden genomen bij beslissingen door de rechtbank.